Historische Dressuur
De rijkunst kent in Europa een lange geschiedenis. Hoewel men tegenwoordig het onderscheid maakt tussen modern en klassiek rijden, is de huidige definitie van klassiek eigenlijk behoorlijk modern. In de historische rijkunst zoals wij die beogen gaan we uit van de wijsheden van de oude meesters zoals Pluvinel, de la Guérinière en Ridinger. Zij beoefenden dressuur vanuit een praktisch en toegepast perspectief, omdat zij leefden en schreven in een tijd waarin het paard nog een actieve rol op het slagveld vervulde. Hiertoe waren dapperheid, verzameling en gehoorzaamheid essentieel – elementen die ook in huidige arbeidsdressuur disciplines zoals bijvoorbeeld working equitation, veedrijven en trail een grote rol spelen.
De historische dressuur omvat een groter scala aan oefeningen dan de wedstrijddressuur – zo worden binnen deze manier van rijden de scholen boven de aarde zoals de levade en de courbette nog toegepast. Ook wordt voornamelijk met de teugels in één hand gereden, omdat de andere hand vrij moet zijn om bijvoorbeeld een wapen te voeren. Dat maakt dat de historische dressuur een andere opbouw van oefeningen kent dan de meeste ruiters gewend zijn. Zo zijn de zijgangen aan het begin van de opleiding van een paard direct van belang en zijn meer verzamelde oefeningen zoals piaffe en terre-a-terre al snel vanzelfsprekend.